zondag 20 december 2009

Kin Mazière


Ik heb een paar vrienden in een Email een kijkje gegund in mijn nogal geschokte bewustzijn. Meer dan vorige keren werd ik in Kinshasa geconfronteerd met de gewelddadigheid van de samenleving daar. Het is lastig je daar een beeld van te vormen op afstand. Bij geweld denk je aan oorlogshandelingen en verkrachtingen, en dat is toch meer in Oost Congo en niet in Kinshasa.
Ik ga 1 voorval beschrijven uit de reeks die elke dag door mij werd gezien.

Als ik de winkel uitloop met L, blijft hij even staan kijken bij een woordenwisseling. Alle andere voorbijgangers lopen door, maar L. observeert even voor hij na een minuut of twee achter het stuur kruipt.
"Wat was er?"vraag ik hem.
"O, de parkeerwacht had die vent gevraagd om in het vervolg de auto anders neer te zetten, om de doorgang niet te blokkeren. Dat leverde hem die dreigende taal op. Dat hij die man zou laten oppakken en naar Kin Mazière brengen om hem daar een poepie te laten ruiken."
Nauwelijks is L. uitgesproken of de man in het roze overhemd begint tegen hem te tieren.
"Chauffeur, hoe heb je het lef om zo kritisch te kijken en dan ook nog aan mevrouw uit te leggen wat er aan de hand was!!"
Woedend struikelt de roze man over zijn woorden.
"Laat ik je niet nog eens tegenkomen ergens, scheer je weg, anders zorg ik nu meteen ervoor dat je opgepakt wordt en naar Kin Mazière gebracht! Dat zal je leren!"
L. zegt niets. Trekt alleen zijn sfinxgezicht. Met mij aan boord wil hij geen rel.
En ineens stuift de roze man weg.
Beter laat dan nooit. Heeft hij in de gaten gekregen wie L. is? Waarschijnlijk wel.
Hoe? Ja, ga dat maar eens uitleggen, hoe dat werkt......

Het schokkende voor mij is dat Jan en Alleman die een of andere positie heeft in deze rechteloosheid inderdaad zomaar mensen kan laten oppakken en deponeren in dat hol van marteling en mishandeling dat Kin Mazière heet. De naam alleen al vervult de mensen met grote vrees.
Meer dan eens kan je beraad meemaken over iemand die eens mores moet leren. Dan gaat het erom wie hem zal laten arresteren en opsluiten in een vreselijke plaats. De man van een goede bekende van me zit zo al maanden vast, om een afrekening. Van dag tot dag hoor ik van haar de mislukte pogingen om recht gedaan te krijgen. Zeker, we kennen ook in Nederland de verruwing en mensen die om niets enorme stampij maken, op de vuist gaan of iemand neersteken, maar wat het zo aangrijpend maakt voor me is dat in Congo het recht geldt van degene die een positie heeft in de veiligheidsdiensten of in de entourage van het staatshoofd. En die diensten gaan ongestraft en zonder enige verantwoordingsplicht hun gang, vaak niet eens om politieke tegenstanders van het bewind dwars te zitten, maar om ordinaire kwesties zoals deze parkeerruzie.
Je bent dus echt je leven niet veilig.

Multitasking?


Alweer zondag. En wat voor een zondag: we zijn bijna ingesneeuwd hier.

Als ik voor mezelf een omelet met garnalen maak, moet ik denken aan die andere maaltijd, twee weken geleden nog maar, in Congo, en ook halverwege de dag. "Ik moet even een half uurtje naar de Baptistenkerk van de burgemeester van Masina, daar heb ik een uitnodiging voor; gaat u mee?" zei mijn gastheer. Het werd wel wat later....Juist was de collecte begonnen en die duurde ruim een uur. Daarna gingen we met mevrouw de dominee/burgemeester mee naar de pastorie, en diende ze voor ons, nog twee gasten, haar man en haarzelf een uitgebreide maaltijd op. De associatie komt doordat ik bij haar gebakken rupsen at, en die beestjes op je bord lijken wat op elkaar. De rupsen zijn echter wel dikker en zwarter dan de garnalen. En veel lekkerder.

Hoe kan iemand als zij zoveel verschillende taken vervullen en zo rustig blijven???
Maar vrijwel iedereen die ik leer kennen blijkt een baantjesverzamelaar. Cumulard heet dat, wat doet denken aan cumuluswolken. Neem dominee K. Die is overigens wel in heel wat minder goede doen dan mevrouw burgemeester.

Een paar dagen eerder had ik van 8 uur tot 8 uur 30 een bespreking in zijn kantoortje – "Veel van de dominees zijn zo arm, ze zijn als de bedelaars die u op straat ziet". Ds K. werkt zelf in de hoteltuin om zijn kinderen te eten te kunnen geven. Hij is sinds 6 maanden “aalmoezenier” met als opdracht de dominees in de presbyteriaanse kerken spiritueel bijstaan, en hun weduwen en kinderen zo mogelijk een beetje materieel bijstaan. Hij wil me graag te eten nodigen. Niet bij hem thuis, want hij wil het me niet aandoen daarheen te moeten gaan met al die erosies in Ngaliema, maar bij een van de diakenen thuis, in Bandal. Zijn vrouw zal dan koken, en of ik kan zeggen met hoeveel mensen ik dan kom.
Zo gebeurde het.
Twee brieven krijg ik mee en de opdracht na te denken waarom God ons bij elkaar heeft gebracht.



Zaterdagmorgen 7 uur – Door de lamellen van de badkamer zie ik hoe ds K. probeert zijn kantoortje te openen, met een dik dossier onder zijn arm geklemd. Hij roept een vriendelijke opmerking naar me. Even later heeft hij zich omgekleed om rommel te gaan opharken in de tuin. Om 11 uur moet hij weg: bij een concert van vrouwenkoren zal hij de meditatie verzorgen.

donderdag 17 december 2009

Kerst - Joyeux Noël


Sven, mijn buurjongen, heeft 6 vragen voor me. Over Kerst in de Congo. Hoe is het landschap er dan, hoe is de temperatuur, hoeveel regen valt er gemiddeld, gaan de mensen ook naar de kerk, wat eten ze?
De vragen staan op een gedrukt papier in een plastic mapje waar nog meer papieren van school in zitten.
"Ik kon op internet niets anders vinden dan dat het ongeveer 33 graden is en dat ze kip eten."
"Schrijf maar op in telegramstijl, dan kan je het later uitwerken", zeg ik pedagogisch.
Ik begin met een antwoord, maar hij moet eerst weer even weg. "Mijn laptop halen."
Even later installeert hij zich bij een stopcontact en opent zijn apparaat.
Na een tijdje zegt hij tobberig: "Hij doet het niet."
"Ach, neem toch een papier met een pen, hier, ga hier maar op schrijven."

Als hij weer weg is met zijn 6 antwoorden, bedenk ik dat ik hem de foto had kunnen laten zien van de Kerstman in La Tulipe, de school die we steunen in Mikondo.
Juf Mado had me die laten zien vorige week, en ik mocht hem wel houden.
Ze bedenkt altijd zulke leuke dingen voor de kinderen.
"Waar komen de kadootjes vandaan?", vroeg ik haar.
"Ik had de ouders gevraagd vooraf een kadootje te brengen voor hun eigen kind."
Het was zo'n succes, dat ze dit jaar een kerstmannenpak laat maken dat ze jaar op jaar kunnen gebruiken. Deze was gehuurd en niet zo mooi.

zaterdag 12 december 2009

Jurken en uniformen



Ze zijn allemaal gewassen en voor een deel al gestreken nu, de katoentjes die ik in Kinshasa heb gedragen. En dat werkje kon ik zelf! Ik heb mijn autonomie terug sinds ik Congo verliet. Ik scharrel lekker rond met wat huishoudelijke werkjes. In Kinshasa mocht ik daar niets aan doen, omdat die de taak van anderen in huis waren daar.
De strijk ging er als volgt: Junior vroeg of ik wat te wassen en/of strijken had. Ja, dat had ik. Hij vouwde de katoenen jurken op die ik hem gaf en stopte ze in zijn rugzak. Met verende tred vertrok hij naar om de hoek van de straat. Daar stonden op een tafel buiten een vijftal strijkijzers, ten teken dat je daar terecht kon met je gewassen jurk of pak of overhemd om die te strijken.
Helaas stopte Junior na gedane arbeid de jurken op dezelfde manier weer in zijn rugzak om ze naar mij te brengen. Spijtig probeerde ik de ergste kreukels eruit te aaien.
Nu gaan ze allemaal door mijn handen, de koningsblauwe met de goudvissen erop (die droeg ik het liefste), het smalle model in geel met zwart, die Maman Ado voor me maakte ( die heb ik niet gedragen deze keer; het was zo warm en de jurk is zo smal...!)
Ik houd het meest van die wijde modellen, zeg maar hobbezakken. Die zijn lekker luchtig. Bibiche had drie nieuwe gemaakt voor me. Die moest ik toch allemaal een keer aan, en dus ook die ene rood/blauwe. Ik kan niet eens zelf de rits op mijn rug dicht krijgen, zo nauwsluitend is dat model. Nou, dat was een succes! Wie ik ook tegenkwam, "die jurk staat je zo ontzettend goed, Mieke!"
Tja, dat zijn andere maatstaven dus. Nou goed, dan draag ik hem nog een keertje, want het is ook leuk als je zoveel complimenten krijgt.


Maar mijn schoenen....o, daar geneer ik me heel erg voor. Alle dames daar lopen op hooggehakte elegante slippertjes te wiebelen en ik...met mijn maat zeilboot....brrr. De goede Serge K. zat een keer tegenover me in de salon, roemde mijn outfit en vervolgde met een commentaar op mijn schoeisel: "dat zijn nog eens duurzame schoenen! Echte missionarissenschoenen", zei hij in volle ernst!
"Nou, zo kan ie wel weer", dacht ik, "laten we alsjeblieft over iets anders praten".
Bibiche heeft ook nog het uniform voor me gemaakt dat ik die zaterdag nodig had voor de begraafplaats. De weduwe met wie we erheen gingen en Maman G. en ik: alle drie van hetzelfde katoentje een jurk aan. Dat heet "in uniform". Het wordt ook gedaan bij een trouwerij, voor de vrouwelijke familieleden en vriendinnen en ook in de kerk, voor de vrouwenclubjes of koortjes. Op weg naar de begraafplaats zat Maman G. haar uniform nog in te nemen aan de hals met een naald ongeveer zo groot als een haaknaald. Ze was erg afgevallen de laatste maanden, en haar nieuwe maten waren niet bekend bij de naaister.
Weken later, vlak voor ik naar het vliegveld ging voor vertrek naar Nederland zei ze: "Door jouw bezoek ben ik me weer beter gaan voelen en ben ik weer gaan eten!"

vrijdag 4 december 2009

TYPISCH KINSHASA



"Hé, gisteren zou u toch de hele dag weg, naar het parlement of zo?"
Jo, le petit Burundais, kookt water in een pannetje voor mijn kopje nescafé. Met zijn vriendelijke vraag opent hij vanmorgen de sluizen van mijn gramschap weer.
Ja, inderdaad, ik zou worden opgehaald!
Hij heeft natuurlijk van de andere jongens gehoord hoe woest ik was. Een hele verspilde dag was het. Wat had ik wel niet allemaal kunnen doen in die tijd?
"Wat is dat toch met die lui hier, Jo? Als ze nog maar pas in Masina zijn, bellen ze en zeggen dat ze al in de wijk hier zijn. Dat scheelt wel een uurtje! Als ze zeggen dat ze morgen om 6 uur weg gaan, zie ik ze om half acht nog hier rondlopen."
In Jo tref ik iemand die net als ik weet dat het elders in de wereld niet zo toegaat. Zelfs elders in Congo niet. Het is typisch voor Kinshasa.
Jo is geen Congolees, maar hij leeft wel hier.
"Jo, wat moet ik doen om hiermee om te gaan? En waarom belt zo iemand niet even om te zeggen Sorry maar ik kan de afspraak nu niet nakomen?"
Jo legt uit: "Zo iemand is bang dat de ander zal denken dat hij eigenlijk niet echt die afspraak wil nakomen. Daarom wil hij de ander laten denken dat de afspraak nog steeds wel doorgaat."
Ik sta paf. Dat is de omgekeerde wereld!
Juist doordat de ander niet de moeite nam mij even op te bellen hoe het zat, heb ik de indruk gekregen dat die afspraak niet belangrijk werd gevonden!
"Ja, natuurlijk, het is nogal idioot, maar het is nu eenmaal de mentaliteit hier."
"Nou, ik vind het maar nix. Als ik het staatshoofd was, zou men mij toch zeker ook niet in het ongewisse laten?"
Ons gesprek wordt onderbroken door de komst van ingenieur Roger. Onaangekondigd. Hij had gehoord dat ik hier was.
Ik heb iets tegen die man. Ik zeg het hem ook. Niet erg gebruikelijk misschien, maar door hem en zijn ongelooflijk gezeur met ontbrekende facturen, heb ik enorme sores met de Wilde Ganzen gekregen, die er geen begrip voor hebben dat het in Congo nu eenmaal een zooitje is. Tot op vandaag heb ik daar last van.
Uiteraard zegt hij dat het niet aan hem lag.
Nou, ook niet aan mij dus!
Na deze koude douche vertrekt hij maar weer... Zijn hoop dat mijn bezoek iets voor hem zou opleveren is niet uitgekomen.
Ik merk dat ik erg kribbig ben. Dat is nu typisch Nederlands! Hier nemen de mensen alles veel meer met een korreltje zout en veel vriendelijke grappen. Die kunst heb ik nog niet geleerd. Maar de volgende keer staat dat op het programma als een van de doelen.

woensdag 2 december 2009

ELFDE VERJAARDAG



Ik sta voor niets meer. "We hebben je op TV gezien!"
Alweer op TV gezien door iedereen, behalve mezelf, want stroom is een probleem in onze straat.
"O ja?" doe ik onschuldig. Ik heb even geen idee of het positief of negatief zal worden gevonden. Maar ik vermoed dat ik zelf niet zoveel te verantwoorden heb, als wel degene die met me op TV optrad. Ik ben hier een soort excuustruus. Het straalt af op de man of vrouw die me mee neemt, ik, een blanke dame! En alle jaloezie komt neer op de hoofden van mijn vrienden.

Het wemelde van de TV-camera's, afgelopen zaterdag, op het kerkhof "de la Gombe", midden in de stad Kinshasa. Ik was uitgenodigd voor een verjaardag. Ik zou ook een uniform dragen. Pas na een tijdje begreep ik dat het ging om een sterfdag, de 11e sterfdag van een beroemdheid. Ik zou ook een bloemenkrans leggen op het graf van de "Olifant van de Congolese muziek" Pepe Kalle. Aldus de wens van zijn weduwe.

Elke dag levert ook gesprekken op waarin ik me verbaas. Montesquieu beschreef in Lettres Persanes met humor een paar Franse hoofdpersonen-wereldreizigers. In elke nieuwe situatie verbaasden ze zich bovenmate en verwoordden dat met de verzuchting: comment peut-on être Persan? Hoe kan je in vredesnaam Pers zijn? En zo verbaas ik me ook op mijn reis hier: Hoe kan je in vredesnaam Congolees zijn? Alleen al altijd met heel veel mensen in een huis zijn! Je kan dat wel gezellig vinden, maar de bijkomende roddels en achterklap horen daar dan ook bij natuurlijk. Zoals na deze TV-beelden. En dat is minder geslaagd.