woensdag 26 mei 2010

JUNIOR

 

Junior maakte heet water voor me, Junior deed de afwas, Junior bood aan mijn jurken te strijken, hij was nooit te beroerd om een dienst te verrichten.
"Tot de volgende keer", zei ik toen hij me nog een laatste keer het autoportier voor openhield toen ik naar het vliegveld zou worden gebracht, afgelopen december.

God hebbe zijn ziel. Vier dagen geleden is hij overleden en vanmiddag wordt hij begraven.
Alweer een dode Congolees...

"Zouden er rellen ontstaan bij de begrafenis vanmiddag?" vroeg ik daarnet aan mijn goede vriend E. die me huilend opbelde met het droeve nieuws.
"O ja, zeker, toen ik op het perceel aankwam waar het lijk is opgebaard vandaag, vlakbij ons project, vier huizen ervoor, links, weet je wel, toen werd ik al aangevallen."
In de onthutsende documentaire Cemetary State van Filip de Boeck had ik dat vorige week gezien. Hoe jongeren woedend over de dode leeftijdsgenoot zich meester maken van de kist met het lijk en er een woeste optocht mee maken, waarbij door het draaien en dansen de kist uit hun handen valt en de deksel eraf vliegt. De woede richt zich tegen de ouders en ooms, want het is hun schuld dat de jongen dood is, het is niet normaal, een zo jong iemand, dat moet wel hekserij zijn of vergiftiging, en de familie zoekt een goed heenkomen om het vege lijf te redden. Vele weken later beklaagt de moeder zich tegenover De Boeck erover dat ze niet haar kind kon begraven en dat ze ook zijn graf niet eens kan vinden.
Ik vind het griezelig. Als ze E. aanvallen...!
" Jij hebt hem gedood, jij hebt hem opgegeten, het kan niet anders, zo'n jonge vent kan niet dood gaan! Hij woonde bij jou, dus het is jouw schuld!"
Maar E. is niet van plan zich dat zomaar hardop te laten zeggen straks. Hij heeft een stuk of 20 broers, zegt hij, allemaal van dezelfde leeftijd als Junior, en die zullen wel eens even orde op zaken stellen.
Ik zie het al voor me: dat wordt een enorme vechtpartij zodra de kist in de auto wordt geschoven.
Bizarre wereld.

maandag 17 mei 2010

Ondernemen in Congo



Als iemand weet van de hoed en de rand in Congo, dan toch wel de filmer Thierry Michel!
Op de Belgische TV was zondag een diepgaand interview met hem, geïllustreerd met wat beelden uit zijn eigen geëngageerde documentaires over Congo. Wat jammer dat daar nog niet zoiets bestaat als Uitzending gemist! Wie nu niet gekeken heeft naar Canvas heeft zijn kans gemist.

Op de helft van het gesprek ging het over ondernemen in Congo. Hij zei letterlijk het volgende, en ik vertaal zelf, want in de ondertitels was kortheidshalve nogal wat weggevallen.

"De investeerders die in Congo investeren zijn het slachtoffer van een systeem….als ze een heel interessant contract hebben gesloten, krijgen ze te maken met allerlei verholen belastingen en ongelooflijke administratieve pesterijen (tracasseries). Daarom staan de investeerders elkaar niet te verdringen aan de poort. Ze weten het, naar Congo gaan, dat is je blootstellen aan veel moeilijkheden, omdat de rechtsstaat niet wordt gerespecteerd, ook op economisch terrein niet."

Ik heb nog niet eerder zo helder en in weinig woorden horen uitleggen waardoor er moeilijk dingen van de grond komen.
En wat de zware klus is voor ons hier, om mensen in het verwende Westen toch ervoor warm te krijgen of warm te houden om een steun in de rug te zijn voor wie daarginds het land echt wil opbouwen. Ik denk aan wat we zelf van harte steunen wegens waardevolle resultaten in een reeks van jaren: het visserij project, het project voor resocialisatie van straatkinderen, het project goed onderwijs voor de armen, en dat helaas noodlijdende project voor juridische steun voor vergeten gevangenen, waar we hier moeilijk fondsen voor kunnen vinden.
Ja, Congo is een falende staat en dat voelt de bevolking uur na uur aan den lijve. Maar de Congolezen hebben geen keus. Het is ça ou craquer . Wij wel, wij hebben wel keus: wegkijken of …..

Zo'n volhouder uit solidariteit is Thierry Michel. In 1991 was hij al in Zaïre. Om getuige te zijn van de overgang van een dictatuur naar een democratie. Maar Mobutu bleef aan de macht.
Thierry Michel was er niet altijd welkom, maar hij slaagt erin om films te blijven maken. De jongste film, Katanga Business, schoot in het verkeerde keelgat van Kinshasa, waardoor hij enige tijd persona non grata was, maar kijk, nu krijgt hij op 26 juni in Kinshasa een mooie prijs: de "Prix Présence du Congo" uit handen van de Stichting Présence Congo en de Club Diplomatique van Kinshasa. En dat is nu weer zo typisch Congo! Zo word je bewierookt, zo loop je gevaar in de boeien te worden geslagen, en zo is het weer mooi weer!

Bij de DVD's die van zijn film CONGO RIVER verkocht worden, is een fraai staaltje van tracasseries te zien. Je krijgt een glimp te zien van de moeite en tijd die het kost om vergunningen voor elkaar te krijgen die je nodig hebt om ergens te filmen. Niet zichtbaar is, hoeveel fooien dat kost, trouwens. En als hij dan ergens op een plek komt, met zijn mooie vergunningen, begint het overnieuw, want dan is een datum niet goed, of een stempel te weinig, enz. enz.
En niemand doet zijn best om je te helpen om tot een oplossing te komen. Hoe meer mensen zich ermee bemoeien, hoe groter het probleem wordt gemaakt. - Je moet wel stalen zenuwen hebben! En vastberaden je doel nastreven….

zaterdag 15 mei 2010

Conflictmineralen en actie voor ethisch tantalum



Bloeddiamanten moeten niet verhandeld kunnen worden.
Dankzij NGO’s met lofwaardige goede bedoelingen is het grote publiek sinds een paar jaar gaan beseffen welke ellende in stand wordt gehouden in de mijngebieden In Oost-Congo.
We lezen over de rol daarin van de lucratieve grondstoffenhandel of liever grondstoffenrovers in een land als Congo waar de Staat te zwak is om orde te scheppen.
Wij zouden ook geen mobieltjes moeten kopen waarin conflictmineralen zijn verwerkt, zoals coltan uit Congo.
Ondernemingen die toch met deze grondstoffen werken zouden in de ban moeten worden gedaan…

Nu het publiek bewust is gemaakt van het bloed dat kleeft aan illegaal gewonnen grondstoffen uit Congo, zal het gaan uitzien naar alternatieven.
Maar …… nu lees ik weer hoe dat tevens een gouden kans is voor de coltan-speculanten!
Op CONGOForum , een Belgische website, wordt men geattendeerd op een artikel in De Wereld van Morgen van 11 mei 2010.
Het gaat over coltan-speculanten die Congo de grond in boren en er zelf zeer wel bij varen.
Dat is nog tot daar aan toe.
Maar daarbij wordt met name het Enough project genoemd, die mensen die zich profileren als nobele activisten! En dat Enough is blijkbaar verstrengeld met Commerce Resources, die 2 mijnen in Canada heeft.

Om de nodige investeerders warm te maken, volgt Commerce een dubbele tactiek. Het presenteert de eigen mijnen Eldor en Blue River als veelbelovende, ‘propere’ en veilige mijnen. En, het maakt stelselmatig Congo zwart.

Het artikel belicht ook hoe de strijd tegen “bloedtantalum” wordt aangedreven door grote leveranciers aan electronicabedrijven! Bedrijven die baat hebben bij prijsopdrijving om de mineralen uit hun eigen mijnen (die buiten Congo liggen) te verhandelen. Ze lobbyen actief om de aanvoer uit Congo af te snijden en bespelen daarbij vooral de ethische gevoelens van kiezers, parlement en consumenten in Amerika.


http://www.dewereldmorgen.be/artikels/2010/05/11/coltanspeculanten-boren-congo-de-grond